August Van Damme
Geboren te Oostakker op 24 september 1896 Overleden te Eigenbilzen op 07 augustus 1939
August Van Damme werd geboren te Oostakker op 24/09/1896.
Hij huwde met Elisabeth Schoups en waren woonachtig te Eigenbilzen.
Uit hun huwelijk ontsproten zeven kinderen. August werd tijdens de eerste wereldoorlog bevangen door het beruchte gas in de loopgraven maar overleefde het. Hij is dan tewerk gesteld en heeft ondermeer deel genomen aan het uitbaggeren van het kanaal te Eigenbilzen. (Zie Foto) Hij is op jonge leeftijd (43) komen te overlijden mede door de gevolgen van zijn oorlogsjaren aan de Ijzer.
(Zie krantenartikel beneden)
Een voorbeeld van Heldenmoed (het belang van Limburg 9 augustus 1939)
GUSKE VAN DAMME
UIT EIGENBILZEN IS OVERLEDEN
De oorlogsdaden van den 18-jarigen vrijwilliger
Dit zijn de woorden waarmee sommige menschen hier verleden Maandag ’s morgens bij het ter Kerke, of ten velde gaan malkander aanspraken: Guske, is de lange eeuwigheid in! Deze dappere en verminkte oudstrijder is den 7n dezer in den vroegen morgen in den Heer ontslapen.
Van Damme, August, Pieter, werd geboren te Oostakker, den 24 Sept. 1896. Hij kwam kind zijnde, zich hier ten dorpe met zijne ouders huisvesten. Zijn vader was jacht- en boschwachter ten kasteele Zangerheide en is hier tot voor den oorlog gebleven. Toen in Augustus 1914 de oorlogstrompet over het klein maar eerlijk België blies was Guske nog geen volle 18 jaren oud, maar niettemin kloek en dapper genoeg om als soldaat -vrijwilliger op te trekken ter verdediging van troon, vorst en vaderland. Vier jaren lang stond Guske in het woeligste van den strijd, voor eens hier en dan eens daar! Bezield met een zeldzamen moed, alle gevaren trotseerende, geen angst kennende,dapper als weinige, stond August steeds bereid tot het waarnemen van de gevaarvolste verkenningen binnen de vijandelijke posten. Ik zou degenen, die dit hier lezen, de attesten zijner militaire overheden en aanvoerders van onder den oorlog, willen vóór de oogen stellen, hoe daarin de dapperheid, den durf, deonverschrokkenheid en den ondernemingsgeest van dezen eenvoudigen soldaat staan aangehaald.
Van Damme heeft vier jaren voor zijn vaderland gestreden en hij mag velen tot patriotisch voorbeeld strekken en niet minder hen beschamen die nooit een offer voor ’t vaderland over hadden, toch nog hun verbluffend patriotisme over de daken uitschreeuwen alsof zij er den alleen verkoop van hadden in “contre façon”! Daarom doet het goed aan ’t hart, van tijd tot tijd het voorbeeld van een eenvoudigen werkman, verminkt soldaat-vrijwilliger als August Van Damme, te kunnen aanhalen. De hoogste eereonderscheidingsteekens won hij gedurende den oorlog op ’t veld van eer, hij werd er Vlaamschgezind als niet een en is het gebleven. Ook zoo dapper en zoo kloek als hij voor zijn vaderland vier jaren lang heeft gevochten, zoo moedig zou hij na den oorlog voor het Vlaamsche recht en de Vlaamsche eischen gevochten hebben. Welke tegenstelling met zekere politieke farceurs die om de Vlaamsche zaak te kunnen bekampen of
dwarsboomen, zich het monopolie der Vaderlandsche-liefde toeeigenen, natuurlijk onder valsch brevet, want zij hebben zich in 1914-1918 frandulenus aan ’s lands verdediging weten te onttrekken, nooit geen Duitscher in den weg gestaan en hebben trouwens zooveel voor koningdom, troon en vaderland over als de papegaai van mijn gebuur. August Van Damme heeft daarentegen zijne heldendaden zooveel mogelijk ongesproken gelaten. Hier ten dorpe, na den oorlog weergekeerd, is hij in ’t huwelijk getreden met Elisa Schoups, eene eerzame dochter dezer gemeente
Guske is vervolgens hier ten dorpe gebleven, want men mag veel kwaad over Eigenbilzen zeggen, toch vinden alle vreemdelingen, die zich hier komen vestigen, onze gemeente als een zoeten inval. De betreurde afgestorvene Van Damme werd meermalen in den strijd gekwetst, doch zijne kwetsuren en kneuzingen waren nooit doodelijk en zelfs nooit erg. Op een enkelen dag ontploften in zijn onmiddellijke nabijheid achtereenvolgens acht granaten. Dit gebeurde in tijd van minder dan twintig minuten. Negen zijner makkers vielen zwaar gekwetst, vier werden gewond en twee op den slag gedood. August liep slechts onbeduidende schrammen op! Op zekeren nacht roept de luitenant de hulp in van zes zijner kloekste en gedweeste mannen om een gevaarlijke verkenning te ondernemen tot in de eerste vijandelijke loopgrachten en zoo mogelijk tot in de tweede. August is een der eerste présent om mee op te rukken. Het is een weder om geen hond buiten te jagen. De wind huilt door de naakte boomen, het regent bij wijlen dat ’t giet. De zes verkenners kruipen gewapend op handen en voeten weg. Na vier uur wachten keeren er twee van de zes terug die aankondigen dat de zending in de eerste loopgrachten stipt volbracht is. Een half uur later keert nog een hunner weer. Hij had de drie andere vergezeld tot aan de tweede linie loopgraven, doch kon niet verder omdat een Duitsche schildwacht hem had opgemerkt en om zijne kameraden die reeds verder vooruit waren niet in hun werk te zien verspieden was hij teruggekeerd. Aan den morgen eerst keerde Van Damme zwaar gekwetst alleen terug. Zijn twee medegezellen had hij vermist. Een Duitsche patrouille waarop zij tusschen de eerste en tweede lijn loopgraven gebotst waren, had hen op korten afstand beschoten en vermoedelijk de twee medegezellen gedood, terwijl Van Damme eene gapende schotwonde in den arm had bekomen. Onmiddellijk verbonden, bestadigde de geneesheer ’s anderdaags, dat de beenderen in den arm beschadigd zijnde het slachtoffer onmiddellijk naar ’t hospitaal diende overgebracht. Daar wilde men tot de afzetting van den arm overgaan, maar August smeekte den behandelenden chirurg zijn arm te laten. Daarover werd geredetwist en na verschillende dagen scheen de wonde aan de beterhand, zoodat het slachtoffer zijn gewonden arm mocht behouden. Bij een later geneeskundig onderzoek zei de dokter-inspecteur dat die wonde nooit zou genezen ! Hij besloot dat den arm, tot aan den schouder diende afgezet. August ontsnapte nogmaals aan die beslissing en na twee maanden hospitaal vroeg hij om zijn korps, aan ’t front, te mogen vervoegen. Voorloopig werd hem zulks tot twee malen toe geweigerd tot dat eindelijk de groote algemeene aanval der verbondene mogendheden losbrak. August mocht het hospitaal verlaten en mee ten strijde gaan. Het uur der verlossing vorderde. De Duitschers gingen verpletterd worden. August streed zoo goed hij kon. Eerst wilde men hem een geweermachien doen bedienen omdat hij over maar een gezonden arm meer beschikte. Doch zijn oude luitenant, die tot kapitein bevelhebber was bevorderd, hem herkennend, stak hem in de voorste gelederen eener compagnieverkenners en Van Damme bleef niet ten achter in den strijd. Zoo heeft hij de eindoverwinning glansrijk meegemaakt. August Van Damme als oorlogsverminkte hier weergekeerd is aan de kwalen in den strijd opgedaan vroegtijdig moeten bezwijken. Hij laat een bedroefde weduwe met verschillende kinderen na. Hunne smart is groot, doch God de Heer zal zich hunner erbarmen. Het nageslacht alhier zal den naam van dezen jeugdigen dapperen oorlogsvrijwilliger August Van Damme in zegening bewaren. Hij heeft evenals nog andere jongelieden uit ons dorp zijn leven veil gehad voor de verdediging van den dierbaren geboortegrond. Deerlijk gehavend keerde hij uit den vierjaarlijkschen strijd hier weder. Moge zijn goede bewaarengel die hem in den oorlog aan het front zoo vroom beschermde zijne heldenziel tot voor Gods troon vergezellen en voor haar ten beste spreken.
August Vaarwel en rust zacht.
"Het jaar achtienhonderd zes en negentig, den vijfentwintigsten september, ten drie uren namiddag, voorons, Joseph Vanden Auwermeulen, schepen, gedelegeerden ambtenaar van den burgelijke stand van Oostakker, arrondissement Gent, Oost Vlaanderenis verschenen Josephus Van Damme, oud negenentwintig jaren, jachtbewaker, geboorte van Saffelaere en alhier wonende Drieselstraat dewelke ons verklaard dat gister om twee uren namiddag in deze gemeente geboren is een kind van het mannelijk geslacht, inhunner woonst naar hem verklaard en van Barbara De Meester, oud ahtentwintig jaren, huiskok, geboortig van Lochristi, zijne huisvrouw.
Welk kind hij heeft vertoond en waaraan hij heeft verklaard te geven de voornamen van Augustus Petrus. Deze verklaring en vertooning gedaan in bijzijn van Petrus De Meester, oud vijfentwintig jaren, landbouwer, wonende te Oostakker en Joannes Schuerbene, oud zevenenveertig jaren, landbouwer, wonende te Oostakker, getuigen hiertoe aanzocht. Waarvan akte dadelijk opgemaakt ten gemeentehuize en na voorlezing door ons met den vader getekend, de getuigen verklaren zulks niet te kunnen wegens ongeleerd."
Uittreksel uit de geboorteakte van August Van Damme
Gehuwd op 10 september 1920 met: Elisabeth Schoups
We are all in the familie
WELKOM OP DE WEBSITE VAN SERAFIJN EN ANITA
De Bilzenaar